Over Ons
Onderzoeksgroepen
Vrienden
Terug naar onderzoeksgroepen
De Rabouille groep onderzoekt de celbiologie van stress bij Drosophila, de fruitvlieg.
Er zijn geen vacatures of stageplekken beschikbaar in de Rabouille groep.
De bezorging van nieuw gevormde eiwitten naar het plasmamembraan en de extracellulaire matrix gebeurt met membraanorganellen via de secretoire route. De Rabouille groep richt zich op de ER exit sites (ERES), die worden gekarakteriseerd door COPII en het ERES-eiwit Sec16. Dit moleculaire mechanisme wordt streng gecontroleerd en gereguleerd. In deze context wordt de rol van ERK7 in Drosophila S2-cellen bestudeerd. Deprivatie van aminozuren lijkt te leiden tot de vorming van nieuwe membraanloze stress assemblies, de Sec-bodies, en stressgranules.
Gedurende de laatste jaren hebben we vooral gewerkt aan het identificeren van principes en factoren die belangrijk zijn voor de functionele organisatie van de vroege secretieroute (ER exit site (ERES) -Golgi) in gekweekte Drosophila S2-cellen (1, 2). In dit verband hebben wij de hydrofiele Drosophila-ortholoog Sec16 gekarakteriseerd, die essentieel is voor de biogenese en het onderhoud van ERES (3). Onlangs hebben we een RNAi-depletiemethode gebruikt met voorgeselecteerde vermoedelijke ER-eiwitten om nieuwe componenten te identificeren die betrokken zijn in de organisatie van het ERES (4).
Gezien de sterke regulatie van secretie en de organisatie van de vroege secretieroute door signalen (5), hebben we een groot project opgezet om de regulatie van secretie door nutrient signalering te verhelderen in Drosophila S2-cellen. In het bijzonder hebben we aangetoond dat secretie actief wordt geremd door serum tekorten, wat leidt tot het vrijkomen van Sec16 van het ER-membraan (6).
Anderzijds leidt een aminozuurtekort tot de vorming van omkeerbare niet-membraangebonden pro-survival stress assemblies, de Sec bodies, die de componenten van het ER exit sites bevatten, de Sec16- en COPII-componenten (7).
We hebben recent onderzocht of ADP-ribosylatie een rol speelt bij de vorming van stress assemblies. We hebben aangetoond dat PARP16 SEC16 MARyleert op een klein gebied, de SRDC, en dat dit voldoende is om de vorming van Sec bodies te induceren(8). We werken ook aan de rol van PARP1 in de vorming van stress granules.
Op dit moment zijn we bezig met het identificeren van de signaleringscomponenten die nodig zijn voor de vorming van deze assemblies. We testen ook of Sec bodies in vivo worden gevormd met behulp van het vetlichaam van Drosophila en of ze zich in zoogdiercellen vormen.
Een andere stress assembly, de stress granules, worden ook gevormd door aminozuurtekort. Stress granules vormen als gevolg van de inhibitie van eiwittranslatie, wat plaats vindt door vrijwel alle stresstypen. Dit leidt weer tot de accumulatie van niet-getransleerde mRNA’s die zijn gebonden aan specifieke RNA-bindende eiwitten en worden opgeslagen in stress granules of afgebroken in P-bodies (7).
Interessant is dat we hebben opgemerkt dat er een verbinding is tussen de vorming van beide structuren, de Sec bodies en stress granules. Momenteel onderzoeken we dit. We hebben verder aangetoond dat Sec16, een eiwit dat is gerelateerd aan ER-uitgangsplaatsen en eiwittransport, ook nodig is bij de vorming van stress granules, met name tijdens aminozuurtekort, omdat het een gewijzigde vorm van het RNA-bindende eiwit Rasputin bindt en het stabiliseert (9).
In het verleden hebben we methodes ontwikkeld om op ultrastructureel niveau RNA-lokalisatie te visualiseren op basis van RNA-in situ-hybridisatie gekoppeld aan immuno-EM in vriescoupes. In samenwerking met de Davis-groep in Oxford, (UK), hebben we de lokalisatie van gurken (10) en bicoid ((11))-mRNA’s onderzocht in de Drosophila-eicel, zowel endogeen, geïnjecteerd en MS2 gelabeld.
Hoewel beide mRNA’s voorkomen in dezelfde cytoplasmatische structuren gelijkend op Processing Bodies (PB) in fase 9-eicellen, hebben we aangetoond dat hun sub-compartimenlisatie in PBs correleert met verschillende staten van translatie. (12). We bestuderen nu hoe dit de translatie van gurken reguleert in eicellen. We hebben aangetoond dat de transcriptor-activator Orb, die in hoge mate aanwezig is in de eicel en juist niet in de verpleegcellen, een belangrijke bepalende factor is in gurken-translatie (13).
Meestal worden nieuwe gesynthetiseerde eiwitten bestemd voor het plasmamembraan gesynthetiseerd in het ER. Deze gebruiken dan de klassieke secretieroute (ER> ER exit site> Golgi> PM) (14). Enkele jaren geleden hebben wij aangetoond dat in Drosophila sommige eiwitten het Golgi omzeilen op een dGRASP-afhankelijke manier (15) (16). Verrassend genoeg is dGRASP een perifeer eiwit van het Golgi-apparaat en is het nodig voor vele aspecten van zijn biologie (17). Om de relevantie van deze route in zoogdieren te begrijpen, hebben we een KO-muis gegenereerd van één van de zoogdieren-homologen, GRASP65, dat geen fenotype laat zien onder groeicondities (18) weergeeft. In samenwerking met het Malhotra-lab in Barcelona (Spanje), zijn we nu bezig met het genereren van een dubbel-KO GRASP65 / GRASP55-muis.
van Leeuwen W, van der Krift F, Rabouille C.
Download|2018
Aguilera-Gomez A, Zacharogianni M, van Oorschot MM, Genau H, Veenendaal T, Sinsimer KS, Gavis ER, Behrends C and Rabouille C.
Download|2017
Aguilera-Gomez A and Rabouille C.
Rabouille C and Alberti S.
Aguilera-Gomez A, Van Oorschot MM, Veenendaal T and Rabouille C.
Download|2016
Rabouille C.
Davidson A, Parton RM, Rabouille C, Weil TT, Davis I.
Jevtov I*, Zacharogianni M*, van Oorschot MM*, Aguilera Gomez A, Van Hazelhoff G, Vuiliez I, Braakman I, Hafen E, Stocker H, Rabouille C.**
Download|2015
Zacharogianni M, Aguilera-Gomez A, Smout J, Veenendaal T, van Oorschot MM, Rabouille C.
Download|2014
Bellouze M, Schäfer MK, Buttigieg D, Baillat G, Rabouille C, Haase G.
Veenendaal T, Jarvela T, Grieve A, van Es J, Linstedt A, Rabouille C.
Weil TT, Parton RM, Herpers B, Soetaert J, Veenendaal T, Xanthakis D, Dobbie IM, Halstead J, Hayashi R, Rabouille C*, Davis I*
Download|2012
Zacharogianni M, Kondylis V, Tang Y, Xanthakis D, Farhan H, Fuchs F, Boutros M, Rabouille C.
Download|2011
Catherine Rabouille is groepsleider bij het Hubrecht Institute en hoogleraar Celbiologie bij het Universitair Medisch Centrum Groningen. Ze is ook geaffilieerd met het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Naast het bestuderen van de vroege secretoire route bij Drosophila melanogaster richt haar groep zich nu op de manier waarop nutriëntenstress (een tekort aan aminozuren) deze route reguleert, en leidt tot de formatie van stress-aggregaten zonder celmembraan.
Wetenschappelijke opleiding en posities
Lees minder
Prijzen
Andere activiteiten
Curriculum Vitae
ResearchGate
Contact
Group Leader
Technician
PhD Student
Student
Show all group members