20 november 2015 Hubrecht Instituut gaat samenwerking met Topsector Life Sciences & Health aan Terug naar nieuws Wouter de Laat en Eva van Rooij, groepsleiders bij het Utrechtse Hubrecht Instituut, gaan een publiek-private samenwerking aan met de Topsector Life Sciences & Health (LSH). “Een versterking voor fundamenteel onderzoek” aldus Alexander van Oudenaarden, directeur van het Hubrecht Instituut. De Topsector is aangewezen door het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken om de Nederlandse economie en maatschappij tot de wereldwijde top te laten horen. Daarbij hebben de negen geselecteerde topsectoren het vermogen om een wezenlijke bijdrage te leveren aan mondiale maatschappelijke uitdagingen. “Fundamenteel onderzoek vormt de basis voor ontwikkelingen binnen de Life Sciences & Health sector” aldus prof. Jan Raaijmakers, boegbeeld van de Topsector Life Sciences & Health. “De Topsector LSH sluit zich dan ook graag aan bij kwalitatief hoogstaande instituten, zoals het Hubrecht Instituut, waar een duidelijk onderscheidend vermogen ligt binnen de ontwikkelings- en stamcelbiologie wereldwijd.” Topsector LSH omvat een breed scala aan disciplines, van geneesmiddelen tot medische technologie, van infrastructuur binnen de gezondheidszorg tot aan vaccinaties. Om de missie van de Topsector te kunnen realiseren – vitaal functionerende burgers in een gezonde economie – bouwt de topsector voort op de innovatieve kracht van de Nederlandse Life Sciences & Health sector. Zo kan de sector de grootste maatschappelijke uitdaging binnen preventie, cure en care aanpakken, namelijk: het verbeteren van het functioneren en de vitaliteit, terwijl de kosten van de gezondheidszorg beperkt worden. Alexander van Oudenaarden: “Het is fantastisch om te zien hoe reeds bestaande samenwerkingsverbanden tussen het Hubrecht Instituut en het bedrijfsleven nu ook door de topsectoren worden gesteund. Dit maakt het niet alleen mogelijk om het traject van wetenschappelijke ontdekking naar product te versnellen, maar ook het fundamentele onderzoek, dat cruciaal is voor de toekomstige innovatie, verder te versterken”.